Als kind woonde Sabahat Kinaci (Adana, Turkije, 1965) twee jaar in de Rivierenwijk. Nu werkt ze er als sociaal werker. In het Huis van de Wijk, terwijl de kerstballen door een vrijwilliger in de boom werden gehangen, vroeg ik: hoe staat ervoor met de wijk die in 2007 belandde op de lijst met probleemwijken?
‘Of er veel is veranderd sinds 2007? Ach, de Rivierenwijk is altijd een aandachtswijk geweest en dat zal zo blijven. Er gaat veel goed, de armoede is minder, maar er zijn andere problemen voor in de plaats gekomen. Op dit moment is afval een thema. In de afgelopen jaren is er geïnvesteerd in nieuwe, gemengde woningbouw vanuit de gedachte dat het een positief effect zal hebben op gezondheid en veerkracht in de buurt. De tijd zal leren of het werkt. Ik ben van mening dat het hier over mensen moet gaan en niet over stenen. Het is fijn dat de omgeving beter oogt – dat geeft rust, het oog wil ook wat – maar vergeet niet dat er nog steeds ménsen wonen in die huizen. Hebben we oog voor wat er speelt in hun levens?
‘Om een voorbeeld te geven: ik woon sinds een paar maanden in Steenbrugge, een splinternieuwe, aangeharkte wijk. De huizen zien er picobello uit. Het is echt fraai geworden, kom een keer kijken zou ik zeggen. Alleen: de gezinnen die in Steenbrugge een sociale huurwoning betrokken, namen hun problemen mee. Dat zit hem niet in… Wat ik bedoel te zeggen: je kan mensen in nieuwe huizen stoppen, maar er is meer nodig om ze te versterken. Armoede-, huwelijks- en gedragsproblemen los je niet op met nieuwe huizen. De vraag is hoe we met elkaar omgaan. Hoe leven we samen? Van oorsprong willen mensen elkaar helpen, alleen zijn we het verleerd om contact te maken.
‘In straten in de Rivierenwijk waar bewoners elkaar groeten vind je de minste problemen. Dat is geen toeval. Een buurtbarbecue helpt om relaties veerkrachtiger te maken. In zo’n straat wordt iemand die overlast veroorzaakt gecorrigeerd. “Even rustig aan jij”, zegt de buurman daar. Onze hoofden zitten vol met vooroordelen en waanideeën. Ik spreek mensen die zeggen: “Ik geef geen tegengas meer want ik krijg toch een grote mond terug.” Soms is het terecht, maar veel vaker is zo’n houding gebaseerd op aannames. Hoe halen we die spookbeelden weg? Inderdaad, door contact te maken en met elkaar te praten.
Verhalen uit de Koekstad in je inbox? Meld je aan voor mijn nieuwsbrief.
‘Je kunt de Rivierenwijk niet als één geheel zien. Problemen verschillen per buurt, per straat en zelfs per huizenblok. Een maatschappij bestaat uit kringen en netwerken. Die overstijgen de wijk. Was het maar zo makkelijk: één wijk, één netwerk, één probleem, één oplossing. Het is veel complexer. Uiteenlopende factoren spelen een rol bij armoede, werkloosheid en taalachterstanden. Om die reden maak ik mijn werk graag klein. Als ik een glimlach op iemands gezicht kan toveren waardoor er ruimte ontstaat, dan is dát het. Ik wil mensen bewust maken van de dingen die wél goed gaan, aandacht en erkenning, mensen helpen om sterker te worden.
‘Ik heb projecten voorbij zien komen op het gebied van ondernemerschap, sociale cohesie, taalontwikkeling, bewegen, noem maar op. Op verschillende manieren is geprobeerd om bewoners op te waarderen tot ambassadeurs van de wijk. Dat is mooi en waardevol, maar het grote nadeel van projecten is dat projecten aflopen. Na verloop van tijd stokt het. Zeker in deze wijk kun je niet zeggen: ik besteed nu een paar maanden aandacht aan ondernemerschap en dan zal het daarna voor altijd goed gaan. Zo werkt het niet. De Rivierenwijk is nooit af, het is een dynamisch geheel. Mensen komen en gaan. Dat wat je laat verstoffen is over tien jaar verdwenen.
‘Wat mij betreft mag deze wijk nog steeds een Vogelaarwijk genoemd worden. Er is veel vernieuwd, maar dat wat kwetsbaar was is nog steeds kwetsbaar. We kunnen er een gouden randje omheen maken, maar dat goud leeft een eigen leven zolang het niet wordt vermengd met de rest. Daarmee kom ik weer uit bij contact maken. Vorige week ging ik langs bij iemand die betrokken is bij speeltuin de Ark. Ik vroeg: “Hoe vind je het gaan?” Hij zei: “Ik geef het hier een tien, het is geweldig.” Die kring loopt goed. Hoe kunnen we dat uitbreiden? Uiteindelijk hoop ik dat alle kringen samen een grote kring vormen. Zonder gouden randje, maar met hier en daar een vleugje goud.’
__
Sabahat kwam in september 1972 met haar moeder, twee broers en zusje vanuit Turkije naar de Rivierenwijk in Deventer. Ze was toen zes jaar oud. Een gezinshereniging, want haar vader werkte al een paar jaar als gastarbeider in de regio. Op haar achtste verhuisde het gezin naar de Voorstad. Meteen na haar schooltijd kwam Sabahat terug in de Rivierenwijk. Eerst als stagiaire bij buurthuis de Venen, later als sociaal werker bij onder meer Raster en Cambio. Sinds 2015 is Sabahat onderdeel van het sociaal team Rivierenwijk.
Mijn collega🤗👍😍, mooi verhaal.
Ps, in het echt lacht ze heel veel. Dat zie je op de foto,s niet zo goed😀
Mooi gesproken😍