Mijn eerste ‘verhaal’ publiceerde ik op Hyves. Het was een recensie van een nieuwe cd van de Londense dubstep artiest Benga. Ik weet nog hoe ik het stuk bijna letterlijk – in mijn eigen woorden welliswaar – overschreef vanuit de Volkskrant. Er volgden meer recensies en ik meldde me aan als recensent op Hiphopleeft.nl. In het voorjaar van 2009 verscheen mijn eerste recensie (over Koek en Zopie van Sendar en Reezz) op dat platform. Ik weet nog hoe trots ik was toen ik mijn eerste stuk voor Hiphopleeft in een vol computerlokaal op de middelbare school in Raalte op mijn scherm toverde.
Na een paar recensies vroeg Thomas – oprichter van Hiphopleeft en degene die mijn stukken steevast voorzag van uitgebreid commentaar – of ik ook eens een interview wilde afnemen. Ik vond het doodeng, maar ik antwoordde dat ik dat wel wilde. Eind 2009 interviewde ik rapper Kraantje Pappie met een geleende voicerecorder in een café aan het begin van de Linnaeusstraat in Amsterdam.
Ik ging vaker interviews afnemen. Voor Hiphopleeft.nl sprak ik met onder meer rappers Hef, Typhoon, Sticks en Rico. Voor Medium Magazine, het tijdschrift van mijn opleiding Communicatiewetenschap, interviewde ik onder anderen Ernst-Jan Pfauth, Nico Dijkshoorn, Sacha de Boer, Maurice de Hond en Alexander Klöpping. Ik schreef verhalen voor de weekkrant uit mijn geboortedorp Raalte. En voor State Magazine, het online hiphopplatform van BNN, interviewde ik in 2014 onder meer Henny Vrienten en nog een keer Typhoon.
Daarna was het klaar met de hiphopverhalen.
Omdat ik verhalen wilde blijven schrijven, lanceerde ik met vriend en fotograaf Jordie een platform met ‘verhalen over mensen met een verhaal’ – zoals dit verhaal over fotograaf Thijs Heslenfeld. Dat was in 2014. Ik studeerde af en ging werken als PR-adviseur bij Het PR Bureau, mijn eerste echte baan. Wegens ’tijdgebrek’ trokken we na een jaar de stekker uit ons platform.
In de loop van 2015 realiseerde ik me: ik doe steeds minder de dingen die me blij maken. Wat te doen? Ik twijfelde, maar besloot mijn gevoel te volgen. Ik zegde mijn baan op. Op 1 januari 2016 schreef ik me in bij de Kamer van Koophandel. Bedrijfsnaam: Job Hulsman.
In de eerste jaren pakte ik van alles aan. Via Het PR Bureau en mijn eigen familie- en kennissenkring regelde ik mijn eerste klanten. Ik schreef voor Communicatie Magazine, publiceerde een paar artikelen in Het Parool en voor andere opdrachtgevers was ik communicatieadviseur, blogger, fotograaf, scriptschrijver, webbouwer en interviewer in één.
‘Geef het beestje maar een naam’, schreef ik op de eerste versie van mijn site.
Door te doen, (her)ontdekte ik waar mijn hart ligt: verhalen schrijven. Daar besteed ik inmiddels bijna al mijn tijd aan. Ik neem interviews af om verhalen over en voor anderen (bedrijven) te schrijven en in de tijd die over is schrijf ik verhalen voor mezelf. In 2017 schreef ik een levensboek over mevrouw Voogel (1917) en inmiddels ben ik met een nieuw project bezig (waarover later meer).
Hoe ik mezelf moet noemen, weet ik nog steeds niet. ‘Communicatieadviseur en copywriter’, zei ik lange tijd. Die termen heb ik losgelaten. Als mensen nu vragen wat ik doe, steek ik meestal een onsamenhangend verhaal af over dat ik verhalen schrijf, meestal voor bedrijven. ‘Een soort bedrijfsjournalist.’