Een paar weken geleden werd ik door mijn vriendin meegetrokken naar IKEA. Grijs weer, regen. De dagen waarop de Zweedse dozenschuiver doorgaans zwart ziet van de mensen. Voor jullie begrip: IKEA zie ik sowieso al niet als een uitstapje. Mijn vriendin wist wat ze wilde: een paar onderdelen voor haar PAX kledingkast. Een klein rondje, recht op het doel af, spraken we af. Dat werd natuurlijk het grote rondje, inclusief gratis koffie en een Zweeds kaneelbroodje.


Er reden stopbussen in plaats van treinen. Op de terugweg van Haarlem naar Station Sloterdijk zat ik naast de buschauffeur. Een vriendelijke man van midden veertig met een kale bats. Nette schoenen, goede jeans, klein buikje. Een type Hank Schrader uit Breaking Bad, maar dan meer timide. Ik zat op de stoel waar vroeger de schooljuffrouw zat. Die dan vlak voordat je in Amsterdam aankwam voor het jaarlijkse schooluitje de microfoon pakte, om het dagprogramma en de gedragsregels door te spreken.

En nu zat ik op die stoel. De buschauffeur had ons vlak daarvoor geholpen om onze zware tas onder in het ruim te leggen. Ik zei tegen hem dat ik het me voor kon stellen dat het geen straf was om op de bus te rijden op zo’n druileirge dag. Hij antwoordde bevestigend. “De kachel aan, en gaan,” iets in die trant. Het was zaterdag en ‘Hank’ reed al drie dagen voor NS op en neer van Station Sloterdijk naar Haarlem. Hij was er onderhand wel klaar mee. Normaal deed hij de langere ritten. Soms van meerdere dagen. Elke keer een andere bestemming. De langste rit was 23 dagen, vertelde hij. Naar Griekenland. Ja, dat was het betere werk.

Er viel een stilte en ik beeldde mij het overzichtelijke leven van deze buschauffeur in. Toen vroeg hij: en wat doe jij voor de kost? Ik aarzelde kort. Aan vrienden en familie neem ik regelmatig de tijd om uit te leggen wat PR is. Altijd gepaard met een beetje tegenzin. Om de kans op het halverwege afhaken bij de ander te verkleinen, betrek ik mijn verhaal meestal op het bedrijf waar de vriend of het familielid werkt. Of er recent nog nieuwe dingen zijn gebeurd in het bedrijf, vraag ik dan. En of dat nieuws voor mensen buiten het bedrijf interessant zou zijn. Ik vertel over de persberichten die we versturen, en over de nauwe contacten die wij onderhouden met veel journalisten. Soms vertel ik dat we ook nieuws maken als er geen nieuws is, bijvoorbeeld door een onderzoek te doen. Meestal komt het verschil met reclame ook aan bod. Dit is de ‘korte uitleg’.

Ik heb ook nog een ‘lange uitleg’. Voor geïnteresseerde vrienden en familie jonger dan vijfendertig. Daarin vul ik de korte variant aan met een verhaal over influencers, social media, advertorials en branded films. Naast de ‘korte’ en de ‘lange’ heb ik nog een derde variant: de ‘hele korte’. De buschauffeur keek me nog steeds vragend aan. Ik antwoordde snel: “Ik werk in de communicatie.”

Verschenen in Communicatie Magazine #11
Beeld: Flickr

Leave A Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *