Ik was dit weekend samen met Eline in Madrid. Dat weekend duurde van donderdag tot en met zondag, dus eigenlijk was het een lang weekend. Vorige week was het nogal pisweer in Nederland op maandag, dinsdag en woensdag. Donderdagochtend, op de dag van vertrek, scheen hier de zon. Zul je net zien. Ik vind het veel leuker om Nederland grijs en grauw achter te laten. Dat heb ik altijd als ik op vakantie ga. Op zulke momenten gun ik de thuisblijvers niets. De duivel in mij werd afgestraft. In Madrid was het op donderdag en vrijdag grijs en grauw.

Ik sliep voor het eerst in een Airbnb. De naam Airbnb is afgeleid van Airbed & Breakfast. Gelukkig sliepen we niet op een luchtbed. Dat had Eline goed uitgezocht. Onze gastvrouw was een kunstenares en een Airbnb-houder met een enorm appartement in een historisch gebouw. Historisch, want de kozijnen waren nodig toe aan vervanging en de lift was zo’n karakteristieke lift met houten deurtjes en een hek wat je zelf open en dicht moet doen. Dit bedoel ik.

Rosario, onze hostess, sprak redelijk Engels. Niet dat ze heel spraakzaam was, want ze had al haar favoriete restaurantjes en plekjes in de stad op drie A4-tjes samengevat. Daardoor bleef onze ontmoeting beperkt tot hooguit vijf minuten. Als we geïnteresseerd waren in haar paintings, dan moesten we vooral in haar atelier komen kijken. (Dat hebben we gedaan. De paintings vonden we een beetje gek. Abstracter nog dan Guernica van Picasso in het Reina Sofia, een soort Stedelijk Museum, maar dan in Madrid.) En als er iets was, dan konden we haar Whatsappen. Zo gaat dat tegenwoordig. Op vrijdagavond vroeg ik haar naar een openbaar zwembad, waar we zaterdagochtend een poging deden om wat chorizokilo’s kwijt te raken. En op zaterdagmiddag vroeg ik haar om het toiletpapier bij te vullen.

Onze vijf minuten durende conversatie met Rosario bij binnenkomst was een van de weinige keren dat ik Engels sprak dit weekend. Want vrijwel niemand spreekt Engels in Spanje. Dat komt vooral door Fransisco Franco, de dictator die van 1939 tot 1975 aan het roer van Spanje stond. In die tijd deed Spanje wat Franco wilde: Spaans praten, en geen Engels. Na 1975 was er heel lang niemand die Engelse les kon geven. Net als in Duitsland worden Engelstalige films in Spanje nagesynchroniseerd in het Spaans. Dat helpt ook allemaal niet mee.

In Spanje brandt in bijna elk restaurant fel wit licht. En toch is het er gezellig en warm. Dat klinkt gek, want fel wit licht is bepaald niet warm. En toch is het zo. Waarschijnlijk zijn de mensen in Spanje gewoon wat gezelliger. En er staat meer eten op tafel, dat ook nog eens lekker smaakt. Daar ga je van lachen en dan heb je geen sfeerlicht nodig voor wat sfeer. Op de eerste avond in Madrid bestelden we tapas in een leuk restaurant (met wit licht). Helemaal fout natuurlijk. Want tapas bestel je niet, tapas krijg je. Dat weet ik sinds drie dagen.

Ik hoorde twee verhalen over de oorsprong van tapas. Het eerste verhaal is vermoedelijk het echte verhaal. Het tweede verhaal is een mythe. Eerst het tweede verhaal. De mythe gaat dat koning [NAAM VERGETEN] wijn bestelde in [NAAM VERGETEN] waar op dat moment een hevige zandstorm woedde. De lakei besloot daarop om de wijn van de koning af te dekken met een plak ham. De koning was in eerste instantie verontwaardigd, maar vond het eigenlijk best een goed idee. Na die bewuste keer vroeg hij altijd om eten om zijn glas mee af te dekken.

En dan nu het eerste, echte verhaal. De boeren in Spanje gingen in [TIJDPERK VERGETEN] rond het middaguur naar de stad voor een pauze. Met het lunchgeld dat ze hadden konden ze eten óf drinken. En dus niet allebei. De boeren besteedden hun geld nuttig en kochten wijn. Maar dat bevorderde de productiviteit op het land in de middag niet. En daarom kwam er een wet in Spanje die voorschreef dat cafés bij elk glas drinken een klein hapje voor moeten schotelen. Die wet is helaas afgeschaft, maar als je de echte tapas ervaring wilt, dan moet je op zoek naar cafés waar ze die traditie nog volgen. En dat is niet zo moeilijk.

In Nederland mag je blij zijn met een klein schaaltje nootjes bij je glas bier. In Madrid krijg je een fatsoenlijk mandje brood, een ontbijtbord vol met patatas bravas (tussen gebakken en gekookte aardappel in), chorizoworst en paprika en een ontbijtbord vol met nog een ander goedje (iets met aardappel en ei). Bij ronde 2, 3 en 4 wordt dat ritueel doodleuk herhaald, maar dan met andere gerechten. Aan het eind van de avond heb je per persoon tien euro aan drankjes uitgegeven en zit je bommetje vol. Rollend naar huis. Zonder kater. Mét buikpijn.

Mooi land, dat Spanje.

(Weet je trouwens waarom overal in Spanje grote varkenspoten voor de ramen hangen? Om aan anderen te laten zien dat je Christen bent. Die traditie stamt nog uit de tijd dat het katholieke Spanje strijd leverde met islamitische Moren. Varkensvlees stond toen voor een geloofsovertuiging. Wist ik ook niet. Nu wel, en jij nu ook.)

Op zondag werd het eindelijk mooi weer in Madrid. Na het ontbijt vlogen we terug naar Amsterdam. Daar regende het. Vandaag is het aangenaam zacht en ben ik weer aan het werk. Zo gaan die dingen blijkbaar.

2 Comments Tapas

  1. Geusie

    Was dit je vuurdoop op het Iberisch schiereiland? Leuk stukje man, heb m nu echt gelezen. 1 uur ’s nachts kom ik een keer aan jouw blogs toe:)

    Reply

Leave A Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *