Zeven jaar na zijn debuut Tussen Licht en Lucht is Typhoon (Glenn de Randamie, 29) eindelijk klaar voor zijn tweede soloplaat. Nog voor de zomer moet Lobi Da Basi uitkomen: het eindproduct van een jarenlange zoektocht die leidde langs onder andere Suriname, Brazilië, New Orleans en Zuid-Afrika. Typhoon zag daar de oorsprong van de hedendaagse hiphop, maar ging ook op zoek naar zijn eigen roots. Terug naar de kern, zoals hij dat noemt. Met zijn camera volgde Herbert Alfonso (32) Typhoon’s zoektocht. Van de tientallen uren beeldmateriaal die hij op zijn harde schijf heeft staan, wil de clipmaker en fotograaf een documentaire maken. Een crowdfundingproject werd gestart, en op vrijdag 14 februari (Valentijnsdag) was er een concert in de Bitterzoet om geld in te zamelen. State Magazine ging er langs en sprak beide heren voorafgaand aan de show. Een verhaal over een zoektocht met twee eindproducten: een nieuw album én een documentaire.
“In 2009 begon ik met schrijven aan een nieuwe plaat. Ik merkte echter snel dat ik precies hetzelfde deed als op Tussen Licht en Lucht. Het voelde niet goed. In plaats van verder te gaan schrijven besloot ik toen om terug te gaan naar de basis. Ik wilde mezelf onttrekken aan de comfortabele fase van het succes en de soms overmaat aan waardering. Als je wilt groeien als artiest, dan zul je ook moeten groeien als persoon. Die twee hangen nauw met elkaar samen. In je torentje blijven zitten is dan geen optie. Ik was toe aan nieuwe inspiratie” Aan het woord is een lichtvermoeide Typhoon, beleefd en goedlachs als altijd. De rapper stottert zo nu en dan, maar dat belemmert hem allerminst om zijn woorden telkens zorgvuldig te kiezen. Dat wat hij wil zeggen, zegt hij, al dan niet met een omweg. Voor de hele middag geldt: steeds als Typhoon de woorden Lobi Da Basi in zijn mond neemt, glundert hij.
“Het gaat niet om de maniertjes, snap je? Rappen is een maniertje, clips maken is een maniertje, enzovoorts. Ik ben op zoek naar iets tastbaarders, een echtheid. Stel dat de hele teringindustrie in elkaar klapt: wat er dan nog overblijft en boven komt drijven, dat is wat ik bedoel. De essentie. Ik ging daar jarenlang zo hard aan voorbij, omdat ik alleen maar uitvoerend bezig was. Ik heb enorm veel shows gegeven: het was gekkenwerk op een gegeven moment. Ik heb veel te lang naar mezelf gekeken vanuit het perspectief van de wereld. Ik plaats daarvan wilde ik mijn eigen ding vinden en me minder conformeren aan de wens van de industrie en de snelheid van de maatschappij. Ik had een nieuw verhaal nodig, en moest eerst nieuwe dingen ervaren en beleven voordat ik weer kon schrijven.” De zoektocht van Typhoon zorgde voor minder inkomsten. Hij ging zijn huis uit en had het regelmatig zwaar. ‘Een hossel’, zo noemt Typhoon de periode die inmiddels achter hem ligt. “Dat klinkt toffer dan het is, hoor. Soms wist ik van gekkigheid niet meer waar ik het vandaan moest halen. Maar altijd was er een vuurtje in mij dat bleef branden en zei: ‘Luister Glenn, je hebt talent gekregen en daar moet je wat mee doen.’ Terug gaan was geen optie meer. Op sommige momenten was het best heftig.”
Veel tijd bracht Typhoon door op Terschelling, een plek waar hij zich thuis voelt. “Dat ik mijn huis uitging had twee redenen. De huur was heel hoog, maar ik wilde die druk niet voelen om van alles te móeten doen om te zorgen dat ik het kon blijven betalen. Daarnaast voelde het te comfortabel aan. Dat is dat torentje waar ik het net over had. Ik besloot anti-kraak te gaan wonen, waar ik de vrijheid voelde om te gaan en staan waar ik wilde.” Het gaf Typhoon de mogelijkheid om vaker naar Terschelling te gaan, wat hij inmiddels beschouwt als zijn tweede thuis. “Tijdens Oerol in de zomer van 2011 heb ik een aantal tracks opgenomen in de Second Moon studio van Hessel en Tess. Ik merkte toen dat ik de levensstijl en de natuur van het eiland heel prettig vind. Daarnaast werd ik er met open armen ontvangen als persoon, en dus niet om hetgeen wat ik doe. Geen oordeel, geen verwachtingen. Dat is wat ik op dat moment heel erg nodig had. En nog steeds.”
Het klinkt gek voor één van de meest succesvolle Nederlandse rappers van de afgelopen tien jaar, maar Herb Alfonso begreep wat er in het hoofd van Typhoon omging. Wat een kleine reportage in Suriname moest worden, bleek de opmaat naar een volledige documentaire over het leven van de rapper. De man met de camera over het ontstaan van de documentaire: “Tijdens de tour van de Fakkelbrigade kreeg ik voor het eerst het idee om Typhoon te gaan filmen. Op weg naar die shows zat ik altijd bij hem in de auto, en daar zag ik hoe oprecht en eerlijk hij altijd is. Dat durft hij ook te blijven als ik de camera op hem richt. Als ik Ty fotografeerde kon ik echt zien dat hij moe was bijvoorbeeld. Ik merkte dat ik hem goed vast kon leggen op beeld. ” Twee weken Suriname volgde. “Daar kwamen we erachter dat het verhaal verder openbrak en nog lang niet klaar was. Er kwamen steeds meer vragen bij die beantwoord moesten worden. Uiteindelijk ben ik Ty langer gaan volgen.”
Typhoon: “Mijn roots liggen in Suriname, maar de echte Surinamers zijn indianen. Dat betekent dus dat ik oorspronkelijk uit Afrika kom. Ik wilde begrijpen hoe dat is gegaan. Waar kom ik vandaan? Hoe zijn verhalen en gebruiken in mij ontstaan? Datzelfde geldt voor de hiphop. In Nederland kunnen veel jongens rappen of beats maken, maar het lijkt alsof we teveel naar elkaar kijken. Dat maakt de Nederlandse rapscene een eenheidsworst. In plaats van naar anderen kijken, kan ik veel beter opzoek gaan naar wat de hiphop geïnspireerd heeft: de jazz, de oude blues, gospel, reggae, calypso. We zijn vergeten waarom we doen wat we doen. Voor mij is die waaromvraag essentieel. Ik hoef niet te weten waar het naar toe gaat, maar wel waar het vandaan komt.” Gepassioneerd vertelt Typhoon, die steeds sneller gaat praten, over zijn muzikale ervaringen. “Luister eens een saxofoonsolo van een Sonny Rollins. Zijn timing bijvoorbeeld, dat is facking hiphop. Of oude calypso uit de jaren ’40 of ’50. Daar waren ze op politiek vlak aan het battelen. Of blues uit de jaren ’20 en ’30. Allemaal rapshit, het is van alle tijden.”
“De inspiratie begon weer te komen, maar toch merkte ik dat er nog steeds iets in mij was dat me blokkeerde. Ik begreep het wel, maar ik kon het nog niet aanraken. Dat was de andere zoektocht: ik had niet alleen een gebrek aan zelfkennis, maar ook een gebrek aan zelfliefde. Als je mind 28 jaar lang gewend is om negativiteit te absorberen en jezelf een negatief zelfbeeld te geven, dan heb je die 28 jaar ook nodig om jezelf dat af te leren. Daar ben ik nog iedere dag mee bezig. Het voelt als een gebed: jezelf in laten zien dat je compleet bent, dat je geen bevestiging van buiten nodig hebt en ga zo maar door. Het lijkt allemaal heel eenvoudig, maar het wordt ons anders geleerd. Ik heb nu zoiets van: ik heb geen zin om me steeds aan die minder essentiële dingen te spiegelen. Dat heb ik echt moeten leren. Door al het reizen en de vragen die ik mezelf stelde beginnen dingen weer duidelijk te worden. Dat heeft er voor gezorgd dat ik weer ben gaan schrijven. Het klopt weer.”
Elk woord dat Typhoon over zijn lippen laat rollen, wordt aandachtig opgeslagen door Alfonso. Zo nu en dan interrumpeert hij zijn vriend, voorafgaand aan een verontschuldiging: “Alles wat Typhoon in de afgelopen jaren heeft gevonden laat zijn evolutie zien. Dat zul je terug horen in de muziek. Maar achter de muziek zit óók een ander verhaal. Typhoon de rapper is een soort superheld, maar de andere helft is de mens Glenn de Randamie. En Glenn heeft zijn struggles: hij moet echt strijden om zichzelf staande te houden. Ik heb het gevoel dat iedereen denkt: als Typhoon muziek maakt, dan lijkt het wel alsof alles goed is.” Steeds stelliger: “Nee, alles is niet goed. Het is geen sprookje waarin hij leeft. Dat is die ‘hossel’ waar hij het toen straks over had. Ik vind het erg inspirerend om te zien hoe hij die strijd aangaat.” Terwijl hij naar de overkant van de tafel kijkt: “Hey Glenn, weet je nog wat ik je zei op Terschelling? Eigenlijk zijn er twee vragen. Wie is Glenn? En wie is Typhoon? Dat is wat ik wil neerzetten.”
Het liefst gaat Alfonso vanaf nu fulltime bezig met het monteren en afmaken van de documentaire. Met de benodigde 8.400 euro lijkt het in ieder geval wel goed te komen. Driekwart van het geld is inmiddels binnen, mede dankzij een goedgevulde Bitterzoet afgelopen vrijdag. De aanwezige gasten zagen rasartiest Typhoon als vanouds over het podium vliegen. “Ik zit momenteel boordevol muziek en wil de plaat echt graag afmaken. Het vuur is nu opgestookt en het is tijd om weer muziek te gaan maken. Ik ben geïnspireerd en voel me ook zo. Die inspiratie in combinatie met hard werken gaat voor een hele mooie plaat zorgen.” Twee miljoen mensen zagen live op televisie, tijdens de viering van het tweehonderdjarig bestaan van het Koninkrijk van Nederland, alvast een voorproefje. Typhoon speelde zijn nieuwe single Van de Regen Naar de Zon voor onder andere premier Rutte en koning Willem-Alexander. In het nummer beschrijft Typhoon Nederland, waarin hij ook ruimte heeft voor een aantal kritische noten over bijvoorbeeld de slavernij en de kwestie rondom zwarte piet.
“Dat was erg bijzonder. Na afloop kwamen koning Willem-Alexander en Maxima direct op mij af. Ze waardeerden het echt en het raakte ze ook, zo vertelden ze mij. De koning gaf ook aan dat hij moest lachen bij de verwijzing naar vijf december. Dat is leuk om te horen, maar aan de andere kant denk ik: zowel de regering als de koning durft niet voor iets te gaan staan. Ze zijn te angstig om een groot deel van de Nederlanders voor het hoofd te stoten. Dat vind ik jammer. Van veel mensen hoorde ik ook dat ze mijn optreden gedurfd vonden. Maar zo gedurfd was het toch niet? Ik heb alleen benoemd hoe het zit. Dat de feiten die ik noem niet in de historieboeken staan, zegt meer iets over de staat van ons land en hoe ver we daarin zijn.” Met gelaten blik: “Na afloop van die show rij je dan in je autootje terug naar huis en moet je je zorgen maken om je gas money, weetjewel. Dat is gek: mensen bejubelen je als een groot artiest, terwijl je levensomstandigheden af en toe totaal het tegenovergestelde zijn. Uiteindelijk zal de liefde en de strijd die ik erin heb gestoken zich terugbetalen, dat is een natuurwet.”
“Als ik zoals vandaag terugkijk op de afgelopen jaren, dan moet ik wel eens lachen. Ik wilde die duik in het diepe nemen en bam, daar kreeg je het.” Lacht: “You happy now? Op een gegeven moment werd het allemaal wel heel erg bluesy, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik had geen huis meer, geen geld, geen werk en geen vrouw. Dat is ook wel de ironie in dit hele verhaal. Be careful what you wish for. Maar uiteindelijk heeft het wel voor de juiste inspiratie gezorgd. En tot op de dag van vandaag kan ik zeggen: niemand doet wat ík doe. Dat is voor mij ook altijd een drijfveer geweest. Ik vat niet waarom ik anders muziek zou uitbrengen? Als iets al gedaan is, wat is dan de toegevoegde waarde ervan?” Voor de zomer is Lobi Da Basi af. “Ik wil met mijn ramen open naar mijn eigen plaat kunnen luisteren en denken: we did it.”
Gepubliceerd op State Magazine. 20 februari 2014.
Foto: Ilja Meefout.