Slechts 220 meter is de afstand tussen mijn huis en de oude begraafplaats aan de Diepenveenseweg. Het duurde driekwart jaar voor ik het hek van dit rijksmonument voor het eerst opende. Was het niet raar om de begraafplaats zomaar te betreden? Nee dus, iedereen is hier welkom. Wat ik aantrof: anderhalve hectare aan gerestaureerde en vervallen graven, monumentale bomen en ontelbaar veel bloemen, planten en vogels. Bert Prummel (Veendam, 1951), voorzitter van de stichting die de begraafplaats beheert, vertelt het verhaal achter deze verscholen oase.

Tekst: Job Hulsman
Foto’s: Isabelle Renate la Poutré

‘Op open dagen tref ik steevast verbaasde mensen die zeggen: “Ik woon hier al jaren in de buurt, maar kende de plek niet.” Ik begrijp dat wel. Het stalen hek nodigt niet uit en de groenstrook belemmert het zicht vanaf de doorgaande weg. Ik ken zelfs verhalen van mensen die hier vroeger niet mochten komen van hun ouders. Sommigen vinden dit soort plekken schijnbaar eng.’ Bert heeft koffie meegenomen. (‘Dat hoort zo als je bezoek krijgt.’) Terwijl we op de rand van een van de grafkelders plaatsnemen vertelt hij over de ontstaansgeschiedenis: ‘Begin negentiende eeuw besloot Koning Willem I dat steden met meer dan duizend inwoners overledenen niet langer in en bij kerken mochten begraven. De hygiëne stond op het spel, de dode lichamen zorgden voor stank. Rijke stinkerds, weet je wel. Buiten de stadswallen werd gezocht naar een alternatieve plek, die ze vonden op deze zanderige rivierduin: de hoge hond. In 1828 was dat.’

‘De graven liggen strak tegen elkaar aan, zerk aan zerk, zoals men het in de kerk gewend was.’

De aantrekkingskracht van deze begraafplaats in ruste? Bert noemt het woord cultuurhistorie. ‘Hier liggen mensen die Deventer gemaakt hebben tot wat de stad nu is: burgemeesters, koopmannen, dominees, kunstenaars, schooldirecteuren. Bovendien is dit een stuk natuur midden tussen de bebouwing. Af en toe hoor je een trein voorbij komen, maar verder is het hier rustig. In de jaren zestig is er een plan geweest om van dit terrein een park te maken met speelvoorzieningen. Daar zijn mensen met succes voor gaan liggen. Inmiddels is deze begraafplaats een rijksmonument. Woningbouw gaat hier niet meer lukken.’

Verhalen uit de Koekstad in je inbox? Meld je aan voor de nieuwsbrief.

Bert stopt de thermoskan koffie terug in zijn tas. ‘Zullen we een rondje doen?’ Hij neemt me mee naar het oudste gedeelte van de begraafplaats, links vooraan. ‘Kijk, hier begon het. De graven liggen strak tegen elkaar aan, zerk aan zerk, zoals men het in de kerk gewend was.’ Bij een goed verzorgd stenen plateau: ‘Dit is de grafkelder van IJssel de Schepper, een familie van notabelen die elkaar luxe baantjes toeschoven. Een ervan, J.W.J IJssel de Schepper, was zelfs tweemaal  burgemeester van Deventer. Deze kelder hebben we recent gerestaureerd. Als je de trap afdaalt stuit je op een ijzeren hek. Achter dat hek staan stellages met daarop grafkisten van zink. Er zat ooit hout omheen, maar dat is inmiddels vergaan. Verder ziet het er keurig uit.’ 

‘Als we de natuur haar gang laten verdwijnen de graven snel onder een laag groen.’

Even verderop, bij een grafkelder met twee sluitstenen: ‘Dit is een soort twee onder een kap. Het gedeelte rechts is van de Schimmelpennincks, links ligt onder meer George Izaak Bruce. Hij werd ooit benoemd tot gouverneur in Indië, maar zover kwam het niet, want hij overleed vlak na vertrek uit Den Helder al. Daar op die steen staat zijn verhaal geschreven, de tekst is nog nauwelijks leesbaar. De zure regen, hè, daar kan het marmer niet goed tegen. Gelukkig liggen er zeven vuistdikke registerboeken van alle begravingen in de Athenaeumbibliotheek. Daar halen we veel informatie uit. We willen deze kelder graag renoveren, maar het plantje dat tussen de stenen groeit, de kleine kaardebol, mogen we er niet zomaar afhalen. Het is een voortdurend dilemma.

Volg de Koekstad via Twitter en Facebook.

‘Herstellen we de graven in ere of geven we de natuur vrij baan? De een wil meer cultuur, de ander vindt ruimte voor plantjes belangrijk. Vorig jaar was hier een specialist van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Hij zei: “Dit is een rijksmonument vanwege de cultuurhistorische waarde, zorg dat de natuur hier niet de overhand krijgt.” Terwijl de ecoloog van Deventer zegt: “Tussen 15 maart en 15 juni mag je hier niet snoeien, want dan is het broedseizoen.” Persoonlijk vind ik dat we de cultuurhistorie zichtbaarder moeten maken. Als we de natuur haar gang laten verdwijnen de graven snel onder een laag groen. Aan de andere kant: alles aangeharkt en brandschoon past hier niet. Het is een dunne lijn.’

Het keurige graf van een Nering Bögel, dat tot voor kort werd onderhouden door afgevaardigden van de gelijknamige, van oorsprong Deventerse ijzergieterij. De firma Nering Bögel is inmiddels gevestigd in Brabant.

We lopen verder, langs gebroken graven die omhoog worden gedrukt door boomwortels. Bij twee treurbeuken blijft Bert staan. ‘Deze bomen zorgen in de zomer, als de hangende takken vol in het blad staan, voor een beschutte plek. De kathedraal worden ze daarom genoemd.’ Hier vind je onder meer het graf van de familie Ankersmit, die een textielfabriek had op de Zandweerd.’ Even later, achterop de begraafplaats in het bosrijke gedeelte: ‘Zie je die boom daar? Dat is een hemelboom. We hebben hier ook een doodsbeenderenboom en vooraan staan een aantal duivelswandelstokken. Joh, er is zoveel te vertellen over deze plek… Bordjes met QR-codes kunnen uitkomst bieden, maar onze middelen zijn beperkt. We krijgen beheergeld van de gemeente en daar moeten we het mee doen. We onderhouden het groen en sparen een beetje zodat we ernstig verval kunnen herstellen.

Meer weten over deze begraafplaats en andere oude begraafplaatsen in Deventer en omgeving? Dit is de website van De Stichting Oude Begraafplaatsen Deventer: www.sobd.org.

‘Hoeveel donateurs hebben we, veertig, vijftig? Het overgrote deel is een stuk ouder dan ik. Ook de gemiddelde leeftijd van het bestuur is hoog. Het zou mooi zijn als we de jeugd wat meer kunnen interesseren voor deze plek, maar dat lukt nog niet echt. Als we deze plek willen behouden moeten we de verhalen doorgeven.’ We lopen terug naar de ingang, voorbij de parkeerplaats van de moskee, langs het jongste gedeelte met graven uit 1918 (‘Je ziet precies wanneer de activiteit stopte’) en de kolossale meerstammige beuk die door de landelijke bomenstichting is aangemerkt als beschermwaardige boom. Onderweg wijst Bert me op een nauwelijks leesbare tekstregel op het graf van een voormalig priester van de Broederenkerk. Weduwen en wezen wenen om hem nu ze opnieuw vaderloos zijn, staat er. ‘Een van de mooiste zinnen die ik hier heb gevonden.’

Verscholen door het groen: een van de twee beheerderswoningen, met zonnewijzers op de flanken van de toren.

Terug bij de ingang opent Bert het hek. Hij loopt om een van de twee beheerderswoningen heen en blijft aan de andere kant staan. ‘Kijk, deze tekening van gietijzer in een dichtgemaakt raamnis wilde ik je nog laten zien. Een afgeknapte boom, afgeknapte halmen, een vlinder die wegvliegt: symboliek vind je hier overal. Het zijn van die dingen, je moet erop gewezen worden. Anders loop je eraan voorbij. Zoals zoveel mensen aan deze begraafplaats voorbij lopen.’
__

Bert Prummel (1951) is een Groninger, woonachtig in Twello. Hij woonde lang in Laag-Soeren, tot hij in 1980 voor werk in Deventer belandde. Tot 2016 werkte hij bij de gemeente Deventer, waar hij in 2003 werd gevraagd om het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen op zich te nemen. Na zijn pensioen is hij actief geworden voor de Stichting Oude Begraafplaatsen Deventer, waar hij inmiddels voorzitter van is.

5 Comments De Koekstad: ontmoeting met Bert Prummel

  1. Trudy de Blok

    Een prachtige plek wat betreft de natuur en de geschiedenis.
    Heb een keer een rondleiding gehad door Hr.van Baalen en ben een keer bij allerzielenherdenking geweest.
    Heel mooi allemaal.

    Reply
  2. Ank wagenvoort

    Prachtige plek,tijd heeft er letterlijk stil gestaan,een oase in de dagelijkse drukte.
    Ben er met een vriendin ooit geweest,er was niemand.

    Reply
  3. Albert Ruiter en Dineke Visser

    Het is een gigantisch mooie plek. Heerlijk wandelen en ongelofelijke rust. Wij vinden de huidige afwisseling cultuur en historie perfect.
    Genieten ook van de historie.

    Reply
  4. Frits Alsemgeest

    Een voormalige bewoonster van één van die beheerderswoningen, vertelde me dat ze het de mooiste plek om te wonen in Deventer vond: zo’n oase van rust en toch midden in de stad.

    Reply
  5. Thijs Heslenfeld

    Mooi verhaal…wat een interessante plek. Denk dat er qua natuur ook heel veel te beleven is…dat mis ik een beetje in dit verhaal. Wie broedt er, wat kruipt er, wat hoor ik daar allemaal?

    Reply

Leave A Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *