Het werklicht brandt en er wordt al gewerkt: het decor krijgt vorm, scripts worden doorgenomen, microfoons getest, monden gevoed, kostuums gladgestreken. Ondertussen tikt de tijd weg. Nog tien minuten en dan gaat het beginnen. Hoe zijn makers vlak voordat het zaallicht dooft? Voor Mimik liepen Isabelle Renate la Poutré en ik mee met dichter, schrijver en performer Gershwin Bonevacia.
—
Muur met Liefde staat in sierlijke letters op de wand in het gangetje bij de kleedkamers. Ergens middenin – tussen uitbundige tekeningen en lappen tekst – staat onopvallend: Wees niet bang. 1-12-2023. X Gush. De inkt is net droog, want vanavond speelt dichter Gershwin Bonevacia (1992) Terug naar Prinsenplein, een theatrale vertaling van zijn laatste gedichtenbundel. In de voorstelling gaat hij op zoek naar ‘Gush’, zijn tienjarige zelf.
Voor Bonevacia is het podium een vertrouwde plek, op literaire avonden is hij een graag geziene gast. Maar een avond vullen, dat doet hij met Terug naar Prinsenplein voor het eerst. Het idee ontstond in 2021 in Deventer – in MIMIK nota bene, tijdens poëziefestival DichterBij. Bonevacia, terwijl hij backstage zijn witleren kostuum op een hanger hangt: ‘Als dichter krijg je meestal maar tien minuten, een kwartier hooguit. Aan Sanne, programmeur bij MIMIK, vroeg ik of ik een half uur mocht optreden. Ik had een stapel losse gedichten bij me, mijn nieuwe bundel was nog niet uit. Ik kreeg toestemming en zonder moeite ging ik van verhaal naar verhaal. Toen dacht ik: hier zit zoveel in, misschien moet ik er een theatervoorstelling van maken.’ Ruim twee jaar later is de tour van Terug naar Prinsenplein in volle gang, vandaag staat de laatste voorstelling van 2023 op het programma.
Hoe stond je vandaag op?
‘Op speeldagen sta ik rustiger op, maar wel vroeg. Ik sport van half zeven tot half acht, daarna bereid ik de dag voor. Elke voorstelling, elke stad vraagt iets anders. In Deventer ben ik vaak geweest, het vaakst van alle steden buiten de Randstad. De mensen hier houden van literatuur en poëzie, die energie voel ik en neem ik mee richting de avond. Ik probeer voor de spits op de plaats van bestemming te zijn. Dat rijdt relaxter en het is fijn om speling te hebben mocht er toch iets mis gaan. Mijn vriendin en ik waren hier vanmiddag om half vier, we hebben toen eerst een rondje door de stad gelopen. Zijn even bij boekhandel Praamstra geweest, bij Chrisjan.’
Je voorstelling begint over twee uur en tien minuten. Wat moet je nu nog doen?
‘Ik lees mijn teksten nog een keer door van begin tot einde, hier in de kleedkamer, in stilte. Ik doe stemoefeningen en we testen de techniek in de zaal: het licht, het geluid. In de voorstelling gebruik ik een supersonische stoel, ik wil weten of die goed werkt. Eten heb ik al gedaan toen ik hier vanmiddag binnenstapte. Als ik vlak voor het optreden eet moet ik boeren. Ik eet ook niet te veel, zeventig procent ongeveer, op het podium wil ik niet te vol zitten.’
Is het belangrijk voor jou wie er vanavond in de zaal zitten?
Denkt even na. Dan: ‘Ja en nee. Ik hoop in ieder geval twee groepen mensen te bereiken. Mensen die na afloop zeggen: wat een mooi verhaal, en wat heftig, je hebt veel meegemaakt. En mensen die het verhaal herkennen, die zeggen: deze voorstelling gaat over mij, of over mijn broer. Zeker zestig procent van het theaterpubliek is wit en al wat ouder, zij behoren meestal tot de eerste groep. Daarom hebben we samen met Podium Mozaïek, die de voorstelling produceerde, een contextprogramma bedacht. Vanavond is er een nagesprek met een host, die hopelijk zijn eigen achterban meeneemt. Of we in de opzet slagen is iedere keer weer afwachten.’
Bonevacia kijkt op de klok en zegt: ‘Tijd om de zaal in te gaan.’ Hij loopt de kleedkamer uit, passeert de Muur met Liefde. Terwijl hij zichzelf filmt met een handycam zegt hij: ‘We zijn vandaag in Deventuuuur, de mooiste stad van Nederláánd. Vorige week was dat Groningen.’
Even later staat hij gezenderd op het podium in de lege theaterzaal. Op sokken. Omdat zijn microfoon hapert –’we horen een laagje, een laaaaagje, een lahaaahaaagje’ – besluit hij de tijd vol te praten. ‘Eens even kijken, wat hebben we deze week gedaan? Ik was bij de release van de documentaireserie Nelson Mandela: Hoop of Hype van Omroep Zwart. Over de erfenis van Nelson Mandela en hoe die voor Zuid-Afrikanen heel anders is dan voor mensen in de rest van de wereld. Je boy moest aan het begin natuurlijk nog een gedicht voordragen. Dus dat heb ik even gekilld.’ Er volgt een soort overwinningsdansje: Bonevacia maakt uitbundige golfbewegingen met zijn armen en draait daarna – op één been – twee keer om zijn as. Dan zegt hij: ‘Zullen we de stoel even testen jongens?’
Het zaallicht wordt gedempt, het decor kleurt op. Er klinkt muziek, de stoel waarop Bonevacia is gaan liggen komt in beweging. Alles werkt, het geluid is gefixt. Als hij weer overeind staat zegt hij, rustig gebarend met zijn handen, serieuzer en voor het eerst op een toon die lijkt op een voordracht voor publiek: ‘Ik heb zijn hart getraind om rustig te blijven, terwijl we door de tijd reizen. Ik heb de leiding in zijn lijf volgespoten met ambitie om groot te dromen en voor honger naar meer.’
Gush is er klaar voor.