‘Slecht nieuws allemaal…’, appte Iris vrijdagochtend in de groep met oud-bewoners van het studentenhuis waar ik van 2011 tot 2014 woonde. Ze stuurde een bericht van Rosan door. ‘Hi lieve meiden, Zorro is gisteren overleden. Hij was opeens aan het bloeden en toen bleek dat hij een blaastumor had in een ver stadium. Er was niets meer te doen dus hij is toen ingeslapen 😔 Ik heb met Anna contact, die er nu nog woont, en zij was erbij.’

De naam Rosan komt me vreemd voor, Anna ken ik zeker niet. Iris wel, zij was gekomen toen Floris vertrok, waarmee het soepzooitje werd ingeruild voor een rommelboeltje. Blijkbaar was Iris ook nog lid van een andere app-groep, een groep met uitsluitend meiden.

Bijltjespad op Google Maps, met mijzelf hangend uit het raam (het is echt waar).

Van de kleine vier jaar dat ik ‘op de gang’ van het flatje op de Oostelijke Eilanden in Amsterdam had gewoond herinner ik me vooral dat er veel mannen waren:

Gwylan, die later zijn vriendin Toos meenam omdat zij geen kamer kon vinden. Of dat niet wilde, omdat één kamer goedkoper is dan twee.

Joren, die niet tegen zijn verlies kon met FIFA en er op stond om in het rood te spelen omdat hij ergens had gelezen dat teams met rode shirts vaker winnen. ‘Serieus, dat heb ik gelezen! Oké, als jij er niet in gelooft, waarom doe je dan moeilijk? Laat me gewoon in het rood spelen!’

Bill, een rijke Chinees met een koelkast op zijn kamer waarin hij de kreeften bewaarde die hij ‘s avonds at, terwijl wij weer een pasta pesto in elkaar draaiden. Van de woningbouwvereniging kregen we ‘subsidie’ voor Bill, omdat de huur voor uitwisselingsstudenten dusdanig werd opgeplust dat zij niet hoefden bij te dragen aan de kosten voor toiletpapier, olijfolie en afwasmiddel. (In de Facebook-groep destijds: ‘Jongens, het geld voor Bill is weer binnen. 65 euro. Wanneer kerstdiner?’)

En Pritam natuurlijk, die twee keer in de week kookte en iedere avond hetzelfde at: curry kip met rijst. Hij kwam uit India, was op een missie en had geen tijd te verliezen. Tussendoor lachte hij beleefd om iedere schunnige grap. ‘Too good, Pim’, zei hij dan.

Zorro aan de taart.

De lijst met figuren – want dat waren we uiteindelijk allemaal – die ik in de vier jaar dat ik er woonde heb zien komen en gaan is lang. 39 leden telt de Facebook-groep waar ik nog altijd lid van ben.

Wie al die mensen opwachtte en uitzwaaide: Zorro, onze huiskat. Ooit was hij van straat geplukt in een Zuid-Amerikaans land tijdens een backpackreis. Door Barbara als ik het me goed herinner, iemand die ik alleen van naam ken, zij was van een of twee generaties eerder. Misschien dat Lukas haar nog had meegemaakt. Maar wie had Lukas niet meegemaakt?

Waar BP (Bijltjespad) voor de bewoners van de dertien kamers – we deelden twee wc’s, twee douches en een gemeenschappelijke keuken annex woonkamer – een tijdelijk onderkomen was, een plek om goedkoop te wonen vlakbij de universiteit, een plek om vrienden te maken, daar was de muffe gang met marmoleum, de gangkast met spullen die er al tien jaar stonden en de woonkamer met stoffige, van straat geplukte meubels voor Zorro een thuis.

Iedereen ging vroeg of laat, maar Zorro bleef. Hij was onze mascotte. Bijltjespad was Zorro beweerden sommigen. In de woonkamer hing een geschilderd portret van hem aan de muur, we brouwden bier dat we ‘De Natte Poes’ doopten, huisfeestjes werden opgedragen aan Zorro, het wachtwoord van ons Volkskrant abonnement was zorroiskoel (hetzelfde wachtwoord als de wifi van Iris) en als er iemand op vakantie ging, of voorgoed afscheid nam van het huis, kwam er vroeg of laat altijd een bericht: ‘Hoe gaat het met Zorro? Leeft hij nog?’

Zorro op de gang.

Ik heb de verering van Zorro altijd overdreven gevonden. Ik vond Zorro een vervelende kat. Nu ben ik ben sowieso meer een hondentype, maar Zorro was buitencategorie vervelend. Hij ging liggen waar jij wilde zitten, krabde de bekleding van onze kostbare meubelen stuk, haalde op onverwachte momenten uit met zijn lange, ongeknipte nagels en zorgde voor wankele hygiënische omstandigheden in een huis waar schoonmaakroosters (als die al werden opgesteld) sowieso niet al te strikt werden genomen.

Terwijl ik de pijn van zijn straatverleden in zijn ogen zag, de bagage voelde van het gevecht dat hij had moeten voeren om te overleven, werd de heldenverering groter naarmate de jaren verstreken. Zeker vanaf het moment dat iedereen van mijn generatie was vertrokken en we niet meer met eigen ogen zagen hoe vervelend hij soms was, werd Zorro op een voetstuk getild. Wanneer iemand toevallig hoorde dat een van Zorro’s tanden was afgebroken tijdens een van zijn vele strooptochten door de buurt regende het ‘ah’s’ en ‘gossies’ in de Facebook-groep. Zorro leed overduidelijk, maar we deden of we het niet zagen.

Ik vond het buitenproportioneel. Dat Barbara ook na haar vertrek uit het huis bleef betalen voor Zorro’s onkosten was een verzachtende omstandigheid, maar we hadden toch weinig aan die kat te danken? Om een tegengeluid te geven aan alle liefkozende woorden veranderde ik de naam van onze app-groep in het ietwat cynische #lekkerzorroophemelen. Steeds openlijker koos ik de andere kant. Rotkat, flutbeest. ‘Leeft hij nou nog steeds?’

Zorro in betere tijden aan de toog in het nabijgelegen café Daan & Daan.

Nu is Zorro dood. ‘Komt er nog een wake?’ had Lukas een dag na de bekendmaking van zijn overlijden gevraagd. Hanna: ‘Ik ben voor. Misschien in een café, met bier? Zo zou hij het gewild hebben, denk ik.’ En dus stapte gistermiddag in de trein. Ik was ruim op tijd en liep vanaf het station via de brug bij NEMO langs het Scheepvaartmuseum naar Bijltjespad. Op de stoep voor ons voormalige balkon bleef ik staan. De balkondeur stond op een kier, verder was het stil.

Het portret van Ivo Niehe hing nog altijd in de nis van het raam en de aanblik van enkele opgestapelde vuilniszakken op het balkon was vertrouwd. Alsof de tijd had stil gestaan. Ik dronk een biertje op het terras bij Orloff, at bij Hoi Tin op de Zeedijk en daarna zag ik mijn oud-huisgenoten bij biercafé de Prael – sommigen voor het eerst in jaren.

Dat hadden we toch maar mooi aan Zorro te danken.

Leave A Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *